Faalangst en je het er last van? Leren omgaan met Faalangst? Bang om ‘af te gaan’? SPOT Coaching uit Harderwijk helpt!
Een bewezen aanpak bij Faalangst sinds 2005. Echte oplossingen, echt resultaat op een fijne, prettige maar doeltreffende manier.
Uit onderzoek is gebleken dat 24% van de mensen in meer of minder maten last heeft van Faalangst. Dit is een onzichtbaar probleem met grote gevolgen. Vaak denken mensen dat faalangst alleen voorkomt bij schoolgaande kinderen met leerproblemen. Dat is een misverstand. Kinderen, pubers, volwassenen iedereen kan er last van hebben.
Wat is Faalangst? Samengevat gaat het bij faalangst om de angst om tekort te schieten, om niet aan de verwachtingen te voldoen. Verwachtingen van jezelf of die van anderen kunnen een zware last zijn. ‘Ik ben toch niet even goed als mijn zus’, ‘Ik voel gewoon dat ik ga zakken’, ‘Je zult zien dat ik afga als een gieter’, ‘Wat zal m’n baas wel niet denken?’, ‘Joh, ik geneer me kwijt!’
Natuurlijk zal faalangst leerprestaties negatief beïnvloeden, maar ook op het werk, sporten en in de vrije tijd kunnen mensen last hebben van faalangst. Faalangst leidt tot onzekerheid, tot slechter presteren en een laag zelfbeeld. Daarmee is het kringetje rond. Je kunt dan denken: “Zie je wel, ik kan het niet.” De volgende keer denk je al bij voorbaat: “Dat kan ik toch niet.” Die instelling zorgt ervoor dat iemand inderdaad onder niveau presteert.
Elke faalervaring bevestigt de negatieve gedachten. De stress voor het volgende toetsingsmoment wordt groter en groter. Bij veel mensen met faalangst gaat het mis als er sprake is van een proefwerk, sollicitatie, wedstrijd of spreekbeurt. Ook sociale druk speelt binnen Faalangst tegenwoordig een steeds grotere rol.
Uit onderzoek is gebleken dat 24% van de mensen in meer of minder maten last heeft van Faalangst. Dit is een onzichtbaar probleem met grote gevolgen. Vaak denken mensen dat faalangst alleen voorkomt bij schoolgaande kinderen met leerproblemen. Dat is een misverstand. Kinderen, pubers, volwassenen iedereen kan er last van hebben.
Wat is Faalangst? Samengevat gaat het bij faalangst om de angst om tekort te schieten, om niet aan de verwachtingen te voldoen. Verwachtingen van jezelf of die van anderen kunnen een zware last zijn. ‘Ik ben toch niet even goed als mijn zus’, ‘Ik voel gewoon dat ik ga zakken’, ‘Je zult zien dat ik afga als een gieter’, ‘Wat zal m’n baas wel niet denken?’, ‘Joh, ik geneer me kwijt!’
Natuurlijk zal faalangst leerprestaties negatief beïnvloeden, maar ook op het werk, sporten en in de vrije tijd kunnen mensen last hebben van faalangst. Faalangst leidt tot onzekerheid, tot slechter presteren en een laag zelfbeeld. Daarmee is het kringetje rond. Je kunt dan denken: “Zie je wel, ik kan het niet.” De volgende keer denk je al bij voorbaat: “Dat kan ik toch niet.” Die instelling zorgt ervoor dat iemand inderdaad onder niveau presteert.
Elke faalervaring bevestigt de negatieve gedachten. De stress voor het volgende toetsingsmoment wordt groter en groter. Bij veel mensen met faalangst gaat het mis als er sprake is van een proefwerk, sollicitatie, wedstrijd of spreekbeurt. Ook sociale druk speelt binnen Faalangst tegenwoordig een steeds grotere rol.
Uit onderzoek is gebleken dat 24% van de mensen in meer of minder maten last heeft van Faalangst. Dit is een onzichtbaar probleem met grote gevolgen. Vaak denken mensen dat faalangst alleen voorkomt bij schoolgaande kinderen met leerproblemen. Dat is een misverstand. Kinderen, pubers, volwassenen iedereen kan er last van hebben.
Wat is Faalangst? Samengevat gaat het bij faalangst om de angst om tekort te schieten, om niet aan de verwachtingen te voldoen. Verwachtingen van jezelf of die van anderen kunnen een zware last zijn. ‘Ik ben toch niet even goed als mijn zus’, ‘Ik voel gewoon dat ik ga zakken’, ‘Je zult zien dat ik afga als een gieter’, ‘Wat zal m’n baas wel niet denken?’, ‘Joh, ik geneer me kwijt!’
Natuurlijk zal faalangst leerprestaties negatief beïnvloeden, maar ook op het werk, sporten en in de vrije tijd kunnen mensen last hebben van faalangst. Faalangst leidt tot onzekerheid, tot slechter presteren en een laag zelfbeeld. Daarmee is het kringetje rond. Je kunt dan denken: “Zie je wel, ik kan het niet.” De volgende keer denk je al bij voorbaat: “Dat kan ik toch niet.” Die instelling zorgt ervoor dat iemand inderdaad onder niveau presteert.
Elke faalervaring bevestigt de negatieve gedachten. De stress voor het volgende toetsingsmoment wordt groter en groter. Bij veel mensen met faalangst gaat het mis als er sprake is van een proefwerk, sollicitatie, wedstrijd of spreekbeurt. Ook sociale druk speelt binnen Faalangst tegenwoordig een steeds grotere rol.